Heuppijn
Wat is heuppijn ?
Heuppijn is pijn afkomstig van het heupgewricht als daar iets mee aan de hand is. Naast het heupgewricht zelf kunnen ook de spieren, ligamenten en andere structuren waaruit het heupgewricht bestaat dit soort klachten geven.
Het heupgewricht is een kogelgewricht dat scharniert in zijn kom, die deel uitmaakt van het bekken. Aan het bovenste gedeelte van het dijbeen hechten de grote heupspieren aan die beweging van het heupgewricht mogelijk maken. De belangrijkste spieren die hier aanhechten zijn de liesspieren (adductoren), de grote bilspier (gluteus maximus) en de iliopsoas spier. Rond het heupgewricht lopen vele bloedvaten en zenuwen naar het been toe. Omdat het heupgewricht zo beweeglijk is, zorgen een aantal slijmbeurzen er voor dat de spieren makkelijk over de uitstekende botdelen kunnen glijden. Aandoeningen van de heup komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en ontstaan meetal tussen 40- en 60-jarige leeftijd. Andere belangrijke risicofactoren zijn overbelasting (bijvoorbeeld bij fanatieke sportbeoefening), overgewicht en een beenlengteverschil.
Oorzaken
Heuppijn is moeilijk te beschrijven en kan veel verschillende oorzaken hebben. Atrose (slijtage) van het heupgewricht en slijmbeursontsteking van de heup komen het meeste voor.
Wanneer we ouder worden ontstaat er een onafwendbare vorm van slijtage in de gewrichten. Heupartrose is de tweede meest voorkomende vorm, na artrose van de knie. Bij het proces van slijtage gaat de kwaliteit van het kraakbeen in de gewrichten achteruit, het wordt dunner, zachter en brokkelig. Kraakbeen bevat geen zenuwen, dus dit proces verloopt meestal zonder al te veel pijn. Als het kraakbeen in een gewricht volledig verdwenen is, komen de botstructuren rechtstreeks met elkaar in contact. Het gewricht gaat hierdoor minder soepel bewegen en stijver aanvoelen. Er zal botaanwas ontstaan in het gewricht. Dit zorgt ervoor dat de oppervlakte van het gewricht groter wordt en de druk over een groter oppervlak verdeeld wordt. Op deze manier probeert ons lichaam de gevolgen van artrose te beperken. Dit verouderingsproces gaat vaak gepaard met chronische pijnklachten
Slijmbeurzen (bursae) zijn met vocht gevulde zakjes rond een gewricht die er voor zorgen dat pezen en botten niet langs elkaar schuren bij bewegen van het gewricht. Ze functioneren als het ware als een soort stootkussen. Wanneer de slijmbeurs ontsteekt spreken we van een bursitis. Een bursitis is vaak het gevolg van langdurige overbelasting.
Klachten
Pijn afkomstig van het heupgewricht straalt meestal uit aan de voorkant van het bovenbeen tot aan de knie, maar kan zich ook in de bil situeren. Men beschrijft ook vaak pijnklachten in de lies wanneer men het gewricht gaat belasten. Pijn ten gevolge van artrose is 's-ochtends bij het opstaan vaak het ergst. Als men op gang gekomen is, worden de klachten vaak minder heftig. De heup wordt minder beweeglijk in alle richtingen. Ook lopen gaat minder goed doordat de buigfunctie van de heup afneemt. Zo kan het moeilijk zijn om op te staan uit een diepe stoel of om uit de wagen te stappen. Ook wordt de pijn erger bij belasten van het gewricht. Pijn als gevolg van een slijmbeursontsteking of artrose van de heup wordt meestal omschreven als drukkend en zeurend van aard.
Diagnose
Bij het lichamelijk onderzoek zal er drukpijn zijn aan de voorzijde van het heupgewricht en krachtsverlies bij het gestrekt heffen van het been naar opzij. Vaak heeft men ook een instabiel gevoel in het gewricht en kan het zijn dat men door pijn of gebrek aan spierkracht.
Bij vermoeden van artrose van de heup kan een röntgenfoto bijkomende informatie geven. Meestal wordt er dan ook beeldvorming van de onderrug gevraagd om andere oorzaken van de klachten uit te sluiten. Bij langer bestaande klachten kan er soms aanvullend een MRI of echografisch onderzoek aangevraagd worden.
Behandeling
Bij heupartrose kan het bewegingspatroon van betekenis zijn voor de pijn. Bewegen is daarbij belangrijker dan belasten. Liever dus fietsen i.p.v. lopen. Diep hurken en zwaar tillen vermijden. Afvallen en in het uiterste geval een kunstheup.
Bij ontsteking van een slijmbeurs (Bursitis Trochanterica) kan fysiotherapie, een injectie met lokale verdoving en corticosteroïden of pijnstilling met klassieke pijnstillers zoals paracetamol en/of ontstekingsremmers van betekenis zijn. Ook middelen tegen zenuwpijn zoals amitriptyline, pregabaline, gabapentine of duloxetine kunnen helpen. Morfine-achtige preparaten kunnen soms ook iets bijdragen echter in mindere mate en vanwege de kans op afhankelijkheid hebben deze dus minder voorkeur.
Lokale behandeling van de klachten met TENS en manuele therapie kan ook goed zijn.
Als medicatie, TENS, etc. te weinig effect hebben kan ook een lokale injectie van de slijmbeurs of in het heupgewricht worden verricht.
Als het vermoeden bestaat dat de pijn naast lichamelijke klachten ook andere, niet-lichamelijke klachten veroorzaakt kunnen psycholoog, psychosomatisch fysiotherapeut en revalidatiearts gevraagd worden mee te kijken. Het biopsychosociale pijnmodel zal dan met u worden besproken.
Het kan dus voorkomen dat uw klachten gecombineerd behandeld worden door meerdere specialismen.