Intrathecale pijntherapie (IDDS)
U werd ingelicht over de pijn-pomp. De arts heeft u hierover de nodige informatie gegeven. Daarnaast raden wij u aan deze brochure grondig te lezen.
In deze brochure vindt u informatie over de intrathecale pijnbehandeling, de ingreep, de verpleegkundige zorgen die nodig zijn en de beperkingen en maatregelen waarmee u rekening dient te houden.
Als er gesproken wordt over intrathecale pijntherapie, wil dit zeggen dat pijnstillende medicatie rechtsreeks wordt afgegeven in het ruggenmergvocht (in de intrathecale ruimte). Dit is de plaats waar pijnsignalen worden doorgegeven naar de hersenen.
De medicatieafgifte gebeurt via een medicatiepomp, die zich in de buikwand bevindt, en een katheter die in de intrathecale ruimte zit. De medicatie wordt continu toegediend aan de door de arts ingestelde dosis.
Het systeem bestaat uit 2 onderdelen:
Voordat de arts beslist of de pomp wordt ingeplant, gaat er een hele periode vooraf.
Eerst vindt er een gesprek bij de psycholoog plaats en moet u een vragenlijst invullen. Daarna gaat u na enkele weken op raadpleging bij de arts. U krijgt evaluatieformulieren mee die u dient in te vullen VOOR en NA de proefbehandeling. Hierop staan onder andere een vragenlijst en afbeeldingen waarop u de plaats van uw pijn moet arceren. Deze moeten correct ingevuld zijn.
Nadien vindt er een multidisciplinair gesprek plaats tussen de pijnartsen, pijnverpleegkundigen en de psycholoog. Hieruit zullen zij dan beslissen of u in aanmerking komt voor een intrathecale pijnbehandeling. Op de consultatie wordt de nodige uitleg in verband met de ingreep meegedeeld (zoals; datum en uur van opname, kamerkeuze en wat te doen indien u bloedverdunners of medicatie voor suikerziekte neemt).
Deze periode duurt minstens vier weken. Hier maakt u kennis met de intrathecale toediening van medicatie die via de ingeplante katheter in de intrathecale ruimte komt. Tijdens deze proefperiode gaat men na met welke medicatie en met welke dosis u het best geholpen bent. Er wordt naar een maximaal pijnstillend effect gestreefd met een minimum aan nevenwerkingen.
U wordt opgenomen één dag voor de ingreep. U moet vanaf 24 uur ’s nachts nuchter zijn. Dit wil zeggen dat u vanaf 24 uur niet meer mag eten of drinken. Er wordt u gevraagd alle medicatie mee te brengen die u op dat moment neemt en deze moet u op de afdeling afgeven. Het is aangeraden om een heuptasje mee te brengen om de uitwendige pomp te bewaren. Zeer belangrijk vooraf te melden:
Er wordt een katheter in de intrathecale ruimte geplaatst. Dit gebeurt in zittende houding via de rug onder plaatselijke verdoving, daarna gaat u neerliggen. Onder volledige verdoving wordt de katheter verbonden aan een voorlopig onderhuids toegangspoortje dat zich in de buikwand zal bevinden. Dit poortje wordt aangeprikt en zo verbonden met een externe draagbare pomp.
De operatiewonden op rug en buik worden gesloten met haakjes en/of draadjes.
De pomp kan door de arts op verschillende manieren geprogrammeerd worden, dit is afhankelijk van uw problematiek.
Om tot de juiste instellingen van de externe pomp te komen, wordt u ongeveer een week opgenomen in het ziekenhuis. Zo kunnen de arts en de pijnverpleegkundigen u optimaal opvolgen en de juiste combinatie en hoeveelheid van medicatie toedienen. Zij verwachten van u dat u eerlijk bent bij het melden van uw pijnklachten, zodat zij de externe pomp kunnen aanpassen indien nodig.
Op de dag van de ingreep krijgt u een controle afspraak mee (om de haakjes te verwijderen en de behandeling te evalueren). Een voorschrift met instructies voor thuisverpleging wordt meegegeven, ook een apotheekvoorschrift voor het materiaal voor de verzorging. De controle afspraak zal ongeveer 10 dagen na de ingreep plaatsvinden.
Op basis van regelmatige evaluatie beslist de arts samen met u of men een definitieve pomp zal implanteren. Dit afhankelijk van de verbetering van uw pijn en levenskwaliteit.
Indien u:
U wordt opgenomen in de namiddag, de dag voor de operatie. U verblijft hiervoor een drietal dagen in het ziekenhuis. De dag van opname moet u niet nuchter zijn, aangezien de ingreep niet dezelfde dag plaatsvindt. De definitieve pompimplantatie gebeurt onder volledige narcose.
De pomp zal in de buikwand geplaatst worden en zo verbonden worden met de reeds geplaatste intrathecale katheter. Tijdens de ingreep wordt er eventueel indien nodig een wonddrain geplaatst, waardoor het overtollige bloed en vocht dat zich rond de pomp bevindt kan afvloeien in een opvangbokaal.
Na enkele dagen wordt deze verwijderd, afhankelijk van de hoeveelheid dat er zich in de bokaal bevindt.
Onmiddellijk na de ingreep wordt u een buikband aangedaan om de buikwand te ondersteunen, de zwelling tegen te gaan en om een goede positie van de pomp te bekomen. Het is zeer belangrijk dat u deze buikband minstens zes weken draagt.
Net zoals bij de proefperiode is er ook kans dat er infectie optreedt bij het niet correct verzorgen van wonden op buik en rug.
Andere mogelijke complicaties zijn:
De bijwerkingen die kunnen optreden in de dagen na het plaatsen van de intrathecale katheter zijn braken, moeilijk plassen en jeuk. Deze zijn echter maar tijdelijk aanwezig en verdwijnen enkele dagen tot enkele weken later. Er kan ook hoofdpijn optreden door lekkage van ruggenmergvocht. Hiervoor krijgt u extra vocht toegediend via een infuus gedurende de ziekenhuisopname.
Infectie aan de wonden kan optreden indien deze niet correct verzorgd worden. Daarom is het noodzakelijk dat er elke dag, indien u thuis bent, een thuisverpleegkundige bij u langs laat komen.
Indien de naald per ongeluk uit het poortje geraakt, moet u zo snel mogelijk contact opnemen met het pijncentrum. Dit mag men nooit herplaatsen!!
Dit zijn de stappen die u gaat volgen
Het vernieuwde pijncentrum is gemakkelijk te vinden in het Bravis ziekenhuis Roosendaal. U volgt route 73 en u meldt zich daar aan de balie.
Uiteraard wilt u weten wat de behandeling inhoudt en wilt u antwoorden op uw vragen. Bereid u zich dus voor op het gesprek met uw pijnspecialist. Bijvoorbeeld door uw vragen en onzekerheden op een briefje te schrijven.
Indien u nog vragen hebt, kan u ons gedurende de week bereiken telefoonnummer 088-706 8551. In het weekend enkel bij urgenties op 0p88-706 8000 (vragen naar dienstdoende pijnspecialist).
Uiteraard mag u ook gebruik maken van het vragenformulier.
De genezing duurt enkele weken. U kan pijn ondervinden aan de wondnaad, maar dit is normaal.
Na de ingreep moet u zoveel mogelijk activiteiten vermijden waarbij u zich moet buigen of strekken. Anders bestaat het gevaar dat de katheter zich gaat verplaatsen of eventueel uitzakt.
Wat u de eerste zes à acht weken moet vermijden is:
Na enkele weken kan u uw dagelijkse activiteiten voorzichtig hervatten.
Regelmatig en op vaste tijdstippen moet u op controle komen in ons pijncentrum om uw pomp te laten bijvullen (refill). U krijgt telkens een afspraak mee voor de volgende keer.
De pomp gaat ongeveer zeven jaar mee, afhankelijk van de hoeveelheid medicatie die afgegeven wordt. Dit kan rond die termijn door het programmeerapparaat nagezien worden. Na deze periode wordt de pomp volledig vervangen.
De pomp heeft enkele alarmfuncties die om verschillende redenen in werking kunnen treden:
Er bestaan 2 soorten alarmsignalen:
Deze complicaties zijn echter goed te behandelen. Hiervoor is dan wel terug een operatie nodig om de pomp en/of de katheter te vervangen.
Andere mogelijke complicaties op lange termijn zijn constipatie, zweten, gezwollen voeten, gewichtstoename en een verminderde seksuele behoefte. Dit alles is het gevolg van de langdurige toediening van pijnmedicatie, afhankelijk van uw dosis die u toegediend krijgt.
Na de implantatie van de pomp krijgt u een kaartje mee. Dit is een patiënten-identificatiekaart waarop uw persoonsgegevens staan, informatie van de pomp en het telefoonnummer van het pijncentrum. Deze kaart moet u altijd bij u hebben. Zo hebt u een bewijs dat u drager bent van een pijn-pomp.
Indien u verhuist, een andere huisarts heeft of u verliest de kaart, gelieve ons dan te contacteren. Er wordt dan een nieuw kaartje gemaakt.